Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland

 

Uit het 

Vrienden Oostvlietpolder leggen het af tegen overheden

LEIDEN - De druiven zijn zuur voor de vereniging Vrienden van de Oostvlietpolder. Een laatste poging om de bouw van een bedrijventerrein in de polder tegen te houden, strandde gisteren bij de Raad van State. In tegenstelling tot de 'Vrienden' vindt de Raad niet dat provincie en gemeente informatie over de draagkracht van de Lammebrug heeft achtergehouden.

Een intern memo van de provincie Zuid-Holland van 21 april 2005, waarin staat dat de constructie van de Lammebrug niet geschikt is voor het aanbrengen van een vierde rijstrook, was de aanleiding voor het herzieningsverzoek van de vereniging Vrienden van de Oostvlietpolder. Het Leidsch Dagblad bracht dat bestaan van dat memo in november vorig jaar aan het licht, een paar dagen nadat de Raad van State bezwaren van de 'Vrienden' tegen het bestemmingsplan Oostvlietpolder van tafel had geveegd.

In eerdere zittingen bij de Raad van State had de provincie op vragen van de staatsraad steeds geantwoord, dat de Lammebrug wel kon worden uitgebreid met een vierde rijstrook, die nodig is om het extra verkeer van en naar het nieuwe bedrijventerrein te verwerken. Op grond van het memo concludeerden de 'Vrienden' dat dat niet waar was, en dat de provincie daarvan al jaren op de hoogte was.

De Raad van State zegt nu, dat de 'Vrienden' het memo ook kenden, omdat het naar voren zou zijn gebracht tijdens informatieavonden over de Rijnlandroute, op 14 april en 13 juni. ,,Niet waar'', zegt voorzitter Hans Pieters van de 'Vrienden'. ,,Het memo is daar niet genoemd. Het enige wat daar is gezegd, is dat de brug onvoldoende breed was om een vierde rijbaan op aan te leggen. Bij de Raad van State ging het steeds over de constructie. Over de draagkracht van de brug.''

Hoe dan ook: de Raad van State gaat er van uit, dat de 'Vrienden' het memo wél kenden. ,,Er zijn dus geen nieuwe feiten of omstandigheden waarop een herziening van het eerdere besluit kan worden toegestaan'', aldus een woordvoerder.

Een rare redenering, vindt Pieters. ,,Want dat memo sprak in ons voordeel. Als wij van het bestaan hadden geweten, dan hadden wij het heus wel in het geding gebracht bij de zittingen. Het klopt gewoon niet. Het is list en bedrog, daar blijven wij bij.'' Pieters trekt uit de uitspraak van de Raad van State de conclusie dat 'de burger het in juridische procedures uiteindelijk altijd aflegt tegen de overheid'. "Dit is een zwarte dag."

De voorzitter hoopt dat de Leidse kiezers in maart volgend jaar de collegepartijen de rekening presenteren voor het doorzetten van een bedrijventerrein in de Oostvlietpolder. "En dan hopen wij dat bepaalde politieke partijen zich nog eens achter de oren gaan krabben."

 

Terug naar

Terug naar