Stichting Behoud Stad

DEN HAAG - Op de as Leiden Delft - Rotterdam bevindt zich de grootste 'kenniscorridor' van Nederland. Het Leidse BioScience Park is daar een van de belangrijkste onderdelen van, zo blijkt uit de Economische Monitor van de provincie Zuid-Holland.

Onderzoek en innovatie zijn voor Zuid-Holland daarom hét antwoord op de economische crisis. Dat is een van de conclusies die de provincie trekt uit de economische peiling.

"We doen het redelijk goed", aldus gedeputeerde Asje van Dijk gisterochtend, bij de presentatie van het rapport op het Provinciehuis in Den Haag. "We zijn het dal gepasseerd." Grote delen van Zuid-Holland hebben relatief weinig last van de recessie, vanwege een grote non-profitsector. Dat geldt met name voor de gebieden Haaglanden en Leiden. "Die gebieden zijn minder conjunctuurgevoelig. De Rotterdamse haven daarentegen heeft forse klappen opgelopen!'

Het Leidse BioScience Park doet het goed, maar krijgt de komende jaren concurrentie van een reeks vergelijkbare bedrijventerreinen in Zuid-Holland. Zo werkt Delft aan het dertig hectare grote bedrijventerrein Technopolis en Yes!Delft. In Rotterdam bestaat sinds 2003 Erasmus MC Incubators en in Den Haag zit Holland White Biotech.

Het Leidse BioScience Park viert dit jaar zijn 25-jarig bestaan en biedt werkgelegenheid aan 2319 personen. De ontwikkeling van het park is er een van de lange adem, aldus Van Dijk. "De ontwikkeling van bioscience is geweldig, maar niet makkelijk. Die bedrijven hebben tijd nodig om resultaat te behalen, er gaan er failliet. Maar we moeten er mee doorgaan. We moeten onversaagd doorzetten, niet twijfelen."

Uit de Economische Monitor blijkt verder dat de Leidse 'creatieve sector' niet veel voorstelt. De stad bungelt onderaan de ranglijst, die toch al veel achterstand vertoont met de andere Randstedelijke provincies. Het aandeel van Zuid-Holland in de landelijke werkgelegenheid neemt af. In Utrecht en Noord-Holland bleef het aandeel ongeveer gelijk.

Je artikel "Concurrentie voor BioScience Park" is in meer opzichten heel interessant! Kennelijk is men er (nu ineens?!) achter gekomen, dat het Bio Science Park - zelfs van zeer dichtbij - concurrentie krijgt/heeft ...

Al op 16 januari 2008 schreven wij in ons commentaar op de nut-en-noodzaaknotitie van de provincie Zuid-Holland en de regio Holland Rijnland over de RijnlandRoute “RijnlandRoute Verbinding van belang”, dat "de notitie op geen enkele manier beoordeelbaar (maakt), dat zo’n enorme toename van het aantal arbeidsplaatsen[1] tot de mogelijkheden behoort en dat de RijnlandRoute daarvoor nodig is. Allereerst dient bedacht te worden, dat ook andere universiteitssteden op dit gebied bepaald niet stilzitten en deels dezelfde verwachtingen hebben van de ontwikkelingen in deze sector. Er is dus krachtige concurrentie (niet in de laatste plaats trouwens ook uit het buitenland), waarbij ruimte en bereikbaarheid zeker niet de belangrijkste succesfactoren zijn". Dat is in feite dus niets nieuws.

Wat betreft de relatie tussen het BioScience Park en de RijnlandRoute schreven we in dat commentaar: "Hierbij dient ook bedacht te worden, dat veel medewerkers van het Bio Science Park (bijvoorbeeld met de (brom)fiets) uit de directe omgeving (zullen) komen en dat deze sector ook overigens niet bijzonder veel transport met zich meebrengt. Ten onrechte laat de notitie overigens ook de relatie van het Bio Science Park met het nabij gelegen station Leiden Centraal geheel onbesproken. De notitie maakt dus niet aannemelijk dat nu juist de RijnlandRoute een concurrentievoordeel voor de ontwikkeling van het Bio Science Park zou opleveren, maar blijft op dit punt geheel in gebreke".

[1] Volgens jouw artikelen werken er nu 2319 mensen; in 2020 zouden het 16.000 arbeidsplaatsen moeten zijn! Wie gelooft dat nou nog, met de huidige afbraak van de Biologie in Leiden (waarvan wij van zeer dichtbij getuige zijn geweest!)?