Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland

 

Uit het NRC Handelsblad  - 27 augustus 2010

Een provinciale verkeersoplossing uit de middenklasse

Door BRIAN VAN DER BOL

Rijnlandroute en alternatiefRijnlandRoute moet autoproblemen van Leiden oplossen, maar goedkope aanleg wekt verzet bij omwonenden

Waar winden dorpelingen zich over op? In Voorschoten strijden bewoners al jaren tegen een weg die het dorp in tweeën zal splitsen.

Roel Koster (55) is een van de dierenartsen die praktijk houden op De Keerhoeve in Voorschoten. Hij zou er graag nog jaren blijven zitten. Maar een nieuwe weg tussen de A4 en A44, de RijnlandRoute, is dwars door de paardenbak gepland. Die zal, evenals de paardenstallen, moeten wijken. En als Koster de grote dieren niet op De Keerhoeve kan blijven behandelen, is het ook niet langer rendabel de praktijk open te houden voor kleinere dieren. Gedwongen verhuizing dreigt, maar Koster heeft geen idee waar hij met zijn praktijk naartoe zou moeten. „Het is zo vol hier in de regio.”

Een stukje verderop, op de Hofweg, komt Eric van Spronsen aanrijden. Alle vooroorlogse huizen in het straatje zouden tegen de vlakte moeten voor de aanleg van de weg. Achter de ramen van een van de huizen hangt een flyer met de tekst: ‘Minister Eurlings stop de RijnlandRoute.’ In het verleden heeft Van Spronsen (45) fanatiek actie gevoerd tegen de aanleg van de RijnlandRoute, maar nu denkt hij dat „het wel zal duren. Er wordt al zo lang over die weg gepraat.” De aanschaf van een nieuwe cv-ketel of verbouwingen aan zijn huis stelt Van Spronsen niet langer uit. Wel blijft hij tegenstander van de weg. Net als dierenarts Koster en veel andere inwoners van Voorschoten vindt hij dat de verkeersproblematiek van Leiden met de RijnlandRoute op hun dorp wordt afgeschoven.

Wim ter Keurs vertaalt het ongenoegen van de Voorschotenaren over de RijnlandRoute op bestuurlijk niveau. Geen vergadering van de Provinciale Staten van Zuid-Holland over de weg slaat hij over. Ter Keurs (69) is een gelouterde actievoerder, al sinds begin jaren zeventig strijdt hij in wisselende allianties tegen de komst van de weg. De in 2005 opgerichte Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland, waarvan Ter Keurs voorzitter is, heeft zich inmiddels zeven- tot achtduizend adhesiebetuigingen. Volgens Ter Keurs is de RijnlandRoute „niet nodig, schadelijk voor natuur en landschap en het dorp Voorschoten”.

Ter Keurs erkent de verkeersproblematiek in de Leidse regio, maar een nieuwe weg dwars door natuurgebieden en het dorp Voorschoten is volgens hem niet de oplossing. De stichting pleit ervoor eerst de bestaande knelpunten in de regio, zoals de Europaweg en het Lammenschansplein in Leiden, aan te pakken. De Tjalmaweg, tussen Katwijk en Leiden, zou verdubbeld moeten worden. Volgens Ter Keurs is voor deze maatregelen voldoende geld beschikbaar.

Voor de variant van de RijnlandRoute die de provincie wenst is het budget een half miljard euro te krap. Voor een versoberde versie ontbreekt nog steeds bijna een kwart miljard. Dat wil Zuid-Holland ondervangen door de weg in fases aan te leggen. In deze ‘kale‘ RijnlandRoute is in eerste instantie geen plaats voor een tunnel onder Voorschoten, maar wordt de weg slechts verdiept aangelegd.

Niet alleen omwonenden verzetten zich daartegen, ook de gemeente Voorschoten. Wethouder Freddy Blommers van de lokale partij ONS Voorschoten laat op een kaart zien dat de weg het dorp feitelijk in tweeën zal splitsen. Op de website van de gemeente hebben inmiddels een kleine achthonderd mensen een petitie tegen de aanleg van een kale RijnlandRoute ondertekend. Blommers haalt een onderzoek aan waaruit blijkt dat 80 procent van het verkeer op de A4 en A44 rond Leiden die stad in- of uitgaat. Een weg door het zuidelijker gelegen Voorschoten „lost verkeerstechnisch niets op”. Blommers noemt de RijnlandRoute een „prestigeproject”.

De verantwoordelijke gedeputeerde Asje van Dijk (CDA) zou het liefst een tunnel aanleggen onder Voorschoten, maar dat is een „financieel onvervulbare wens”. Op meer geld van de rijksoverheid rekent Van Dijk niet, omdat die maximaal de helft van regionale infrastructurele projecten financiert. Minister Eurlings (CDA) heeft al een ultieme toezegging van 357 miljoen euro gedaan. De overige 50 procent moet uit de regio komen, maar ook daar ontbreekt extra geld. De gedeputeerde vergelijkt de aanleg van de weg met de aanschaf van een nieuwe auto. Van Dijk rijdt het liefst in een duur model. „Toch kom ik elke keer weer met een middenklasser thuis.”

Voorschoten pleit met Wassenaar en Leidschendam-Voorburg voor oplossing van de bestaande knelpunten, zo schreven de drie gemeenten aan de provincie. Daarna zou de ‘Churchill Avenue’ – ondertunneling van de Churchilllaan en Dr. Lelylaan in Leiden – moeten worden uitgewerkt. Deze variant is bedacht door bewoners van de Leidse wijk Stevenshof, waar ook veel tegenstanders van de RijnlandRoute wonen.

In de voorkeursvariant van de provincie zou de weg vlak langs deze woonwijk komen. De Churchill Avenue wordt nu ook door de provincie op haalbaarheid onderzocht. Op zijn vroegst volgende zomer zal een definitief tracébesluit genomen kunnen worden.

Gedeputeerde Van Dijk vindt aanpak van de bestaande knelpunten „geen structurele oplossing” voor de verkeersproblematiek in de regio. De RijnlandRoute moet de bewoners van Valkenburg ontsluiten. Op het terrein van de voormalige vliegbasis worden 5.000 woningen gebouwd. In de hele regio zijn ruim 30.000 huizen gepland. Onder het motto ‘eerst bewegen, dan bouwen’ dient de infrastructuur in de regio op peil te worden gebracht alvorens nieuwe woningen te bouwen. Bovendien groeit het autoverkeer in de regio ook zonder extra woningbouw, stelt de gedeputeerde.

Van Dijk vindt de houding van Voorschoten een „klassiek voorbeeld van nimby”: not in my backyard. „Het eigenbelang van Voorschoten prevaleert en domineert de discussie. De rest van de regio is hartstikke blij met de weg.”

Ter Keurs bestrijdt dat, en ziet betere alternatieven. Bovendien, zegt hij, „opkomen voor je eigenbelang is een recht”.