Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland

Commentaar

E-mail aan de Projectmanager planstudie RijnlandRoute e.a.

L.S.!

Tot onze verrassing blijkt u onze stichting lid te hebben gemaakt van uw Klankbordgroep Bedrijf & Maatschappij. Daarom even een korte reactie op uw mededeling (in uw memo over de svz mbt de RijnlandRoute), dat bij de behandeling van het MIRT-projectenboek 2008 in het notaoverleg tussen de vaste commissie V&W en de ministers van V&W en VROM zou zijn "afgesproken (...) dat de RijnlandRoute samen met de andere projecten in de As Leiden-Katwijk, nl de RijnGouweLijn, de nieuwbouwlocatie Valkenburg, de Greenport en het Bio Science Parc, als één integraal projectencluster in het MIRT wordt opgenomen". Die mededeling is, zoals u zelf ook had kunnen weten, onjuist.

Naar aanleiding van de (later ingetrokken) motie op stuk nr. 45 van de heren Koopmans en Cramer en mevrouw Vermeij merkte minister Eurlings in dit overleg op,

  1. dat er meer tijd nodig is voor afspraken over een integrale ruimtelijke ontwikkeling in de Leidse regio,
  2. dat een eensgezinde en duidelijke inzet van de regio een voorwaarde voor succes is,
  3. dat de minister met de provincie heeft afgesproken dat de verkeerskundige effecten, met name de effecten op de A44 en de A4, goed in kaart zullen worden gebracht,
  4. dat interdepartementaal (tussen V&W, VROM, EZ en LNV) de financieringsmogelijkheden zullen worden bezien,
  5. dat ook een gefaseerde uitvoering van de RijnlandRoute tot de mogelijkheden behoort en
  6. dat in de zomer van 2008 zal samen met de provincie worden gekeken hoe verder te gaan.

Eensgezindheid is er in de regio nog lang niet en over de verkeerskundige effecten op de A44 en de A4 ("de ruggengraat van de Randstad") is het laatste woord bepaald nog niet gezegd. Zoals wij in ons commentaar op de nut-en-noodzaaknotitie van de provincie en de regio al schreven: "De notitie laat ook onvermeld, dat de A4 en delen van de A44 ten noorden van Leiden (blijkens de kaarten met de intensiteit/capaciteit-verhouding in het drukste uur van de avondspits) bij alle alternatieven van deRijnlandRoute overbelast zullen zijn".

Zie ook ons commentaar d.d. 18 januari jl. op de nut-en-noodzaaknotitie van de provincie Zuid-Holland en de regio Holland Rijnland over de RijnlandRoute "RijnlandRoute Verbinding van belang" op www.behoudrijnland.nl (en ook ons commentaar d.d. 4 februari jl. op de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) van DHV voor de RijnlandRoute "RijnlandRoute Structurerend element in de As Leiden Katwijk").

Daarnaast had u wellicht ook kunnen vermelden, dat de Statencommissie MKE (en wij) de Randstedelijke Rekenkamer hebben gevraagd de MKBA en de nut-en-noodzaaknotitie èn de commentaren daarop te onderzoeken op hun deugdelijkheid (zie onze brief aan de Randstedelijke Rekenkamer d.d. 3 maart jl., eveneens op www.behoudrijnland.nl).

Blijf ons uw memo's maar toesturen. Dat biedt ons de gelegenheid uw mededelingen, waar nodig, te corrigeren.

Met vriendelijke groet,

namens de Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland,
Wim ter Keurs, voorzitter