Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland

 

22 juni 2009

Antwoord van Eurlings op vragen Vaste Cie Verkeer en Waterstaat betreffende de RijnlandRoute

64 Is het juist dat u op dit moment onderzoek laat doen naar de zogenaamde 'buitenomvariant', dwars door het poldergebied van Wassenaar en Katwijk? Zo ja, welk doel dient deze studie, in welk procedureel kader vindt deze studie plaats en wanneer worden de resultaten verwacht?

64 Ja, dat is juist. In een gezamenlijke studie, uitgevoerd door de Regio Holland Rijnland, de Provincie Zuid-Holland en de Ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat, wordt onderzoek gedaan om de bereikbaarheidsproblematiek ten dienste van de ruimtelijke en economische ontwikkelingen aan te pakken. Het betreft de zogeheten Integrale Benadering Holland Rijnland waarom u mij in tijdens het Nota Overleg MIRT op 17 december 2007 heeft gevraagd. Het gedachtegoed van de commissie Elverding volgend wordt in de volle breedte gezocht naar oplossingen in deze studie. Het is tevens een project uit het Randstad Urgent programma. Het streven is om deze studie in oktober van dit jaar af te ronden.

65 Hoe verhoudt onderzoek naar de 'buitenomvariant' zich met het rijksbeleid ten aanzien van de nationale EHS en de aanwezigheid van een rijksbufferzone op het buitenomtracé?

65 Onder de te onderzoeken effecten valt een mogelijke aantasting van de Rijksbufferzone en de Ecologische Hoofdstructuur. In het beoordelingskader is het criterium 'aantasting rijksbufferzone en Ecologische Hoofdstructuur' opgenomen, naast effecten als de verbetering van de bereikbaarheid, de bijdrage aan de economische ontwikkeling en de kosten van de maatregelen. De studie die nu wordt uitgevoerd zal de benodigde informatie leveren voor een zorgvuldige afweging, die de betrokken partijen gezamenlijk zullen maken.

66 Hoe verhoudt onderzoek naar de 'buitenomvariant' zich tot de varianten uit het MER-onderzoek dat de provincie Zuid Holland uitvoert?

66 De provincie heeft ervoor gekozen om, vooruitlopend op de resultaten van de integrale studie, alvast te starten met een MER-procedure voor de Rijnlandroute. De provincie is zich ervan bewust, dat de uitkomsten van de studie ertoe kunnen leiden, dat de MER-procedure aangepast moet worden. In de MER-procedure van de provincie wordt de 'buitenomvariant' niet meegenomen. Overigens heb ik begrepen, dat de Provincie de MER-procedure in twee fasen heeft geknipt, zodat eventuele aanpassingen in de tweede fase kunnen worden opgenomen.

67 Zijn nut en noodzaak van de Rijnlandroute voldoende onderzocht en onderbouwd? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

67 Ja. In de eerste fase van de integrale studie is een kwalitatieve studie gedaan naar nut en noodzaak van de Rijnlandroute, aanvullend op de nut en noodzaak-studie die de provincie heeft laten uitvoeren. De Randstedelijke Rekenkamer heeft over de studie van de provincie geconcludeerd dat nut en noodzaak voldoende is aangetoond, gegeven de combinatie van het oplossen van een erkende (verkeers)problematiek en ontwikkelambities op het vlak van wonen en werken in regionaal verband. Hierbij is de kanttekening gemaakt, dat de noodzaak van een nieuwe wegverbinding niet persé is aangetoond. Om die reden wordt zowel in de MER-procedure van de provincie als in de integrale studie ook gekeken naar oplossingen die gebruik maken van de bestaande infrastructuur.

In de kwalitatieve studie is het beeld bevestigd dat, uitgaande van het concentreren van stedelijke functies in de as Leiden-Katwijk, voor de ruimtelijk- economische ontwikkeling van de regio een verbetering van de bereikbaarheid voorwaardelijk is. Deze verbetering moet zijn gericht op het faciliteren van regionale verplaatsingen in voornamelijk oost-west richting. De Rijnlandroute wordt juist voor deze verplaatsingen ontwikkeld.

68 Wat is uw oordeel over de kritiek van wethouder Van Dunné van Voorschoten in het Leidsch Dagblad van 14 maart, dat de stuurgroep die de Rijnlandroute begeleidt nauwelijks meer als zodanig functioneert? Vindt u het acceptabel dat een gemeente zich kennelijk onder zware druk gezet voelt in een dergelijk ingrijpend besluitvormingstraject?

68 De Rijnlandroute is een project van de Provincie. Het functioneren van de stuurgroep valt daarom onder de verantwoordelijkheid van de Provincie.

69 Kunt u aangeven of het bericht klopt, dat het verkeer op de N206 niet groeit, zoals jarenlang werd verondersteld, maar juist afneemt (Leidsch Dagblad)? Zo ja, welke consequenties verbindt u aan dat bericht wat betreft nut en noodzaak van de Rijnlandroute?

69 In het artikel in het Leidsch Dagblad wordt een afname gemeld tussen 2001 en 2006 voor het verkeer op de N206 door de Bollenstreek, tot aan Leiden. Aan de oostkant van Leiden wordt juist een toename gerapporteerd. Er zijn sterke aanwijzingen, dat de in het onderzoek genoemde daling slechts tijdelijk van aard is. Daarnaast moet erop worden gewezen, dat de tellingen uit het onderzoek betrekking hebben op de toen gemeten actuele verkeerssituatie, terwijl voor de nut en noodzaak bepaling van de RijnlandRoute wordt uitgegaan van het zichtjaar 2020, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ruimtelijk-economische ontwikkelingen, waaronder de woningbouwontwikkeling op de voormalige vliegbasis Valkenburg en de doorontwikkeling van het BioSciencepark Leiden en de Greenport Duin- en Bollenstreek.